Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for februari, 2011

OnVerdeeld

In de kerk waarin ik opgroeide werden pasgeborenen niet gedoopt, maar ‘opgedragen’. Ze werden getoond aan de gemeente en er werd gebeden. Iets uit dat minimale, sobere ritueel is mij altijd bijgebleven. In mijn puberteit hadden we een voorganger die bad, dat wanneer de baby ‘het verschil zou weten tussen z’n rechter- en z’n linkerhandje’, ook het besef van God steeds deel van zijn of haar leven zou mogen zijn. Dat vond ik toen een opmerkelijk gebed en ik ben er nog steeds niet uit wat de man er precies mee bedoelde. Het raden ernaar en denken erover heeft me wel ergens gebracht. Als ik in één zin de betekenis van het gebed zou moeten duiden, dan zou ik nu zeggen: het leven bestaat uit tegenstellingen, waarmee alleen te leven valt vanuit het vertrouwen op de Ene.


Donker en licht, warm en koud, mannelijk en vrouwelijk, goed en kwaad, vrijheid en noodzakelijkheid en de ultieme tegenstelling: leven en dood. Waar je ons bestaan ook beetpakt en bekijkt, overal kom je tweedelingen en tegenstellingen tegen. En naarmate we meer analytisch kijken en meer te weten komen, neemt het belang van die tweedelingen niet af. Zo heeft de hersenwetenschap ontdekt, hoe de twee hersenhelften heel verschillende processen voor hun rekening nemen. Maar ook binnen die hersenfuncties komt het ‘twee’ van de dingen terug. Niet alleen in de wereld die we met onze twee ogen waarnemen, maar ook in ons denken daarover. Waar en niet waar, enerzijds en anderzijds, vullen onze gedachten in een constante interne dia(!)loog.

Existentieel

Soms zijn die tegenstellingen prachtig: de manier waarop Rembrandt licht en donker met elkaar laat spelen en in zijn verbeelding van de ontvangst van de Verloren Zoon de Vader een mannelijke en een vrouwelijke hand laat geven; mooi om naar te kijken, ontroerend, hoe meer je ervan weet. Juist waar tegenstellingen elkaar ontmoeten, kunnen diepe existentiële ervaringen ontstaan. Zonsopkomst en zonsondergang, een goede vrijpartij en zelfs de nabijheid van de dood kunnen ons een dieper besef van het leven bijbrengen.

Eenduidig

Mooi dus, die tegenstellingen. Maar niet alleen maar mooi. Als het ontdekken van het verschil tussen linker- en rechterhandje slechts tot vredig inzicht en schoonheidservaringen zou leiden, dan was dat gebed niet zo intrigerend en noodzakelijk geweest. Het lijkt er eerder op, dat we in het gewone dagelijkse bestaan moeite hebben met die gespleten werkelijkheid. Bewust of onbewust maakt ze ons onrustig en bang. Vandaar dat we ons liever vastgrijpen aan iets eenduidigs. We stellen mannelijk boven vrouwelijk of andersom, betogen dat we volkomen vrij zijn of juist helemaal biologisch bepaald, en om niet gek te worden van ons eigen denken kiezen we uitgangspunten en ontwikkelen we dogma’s. De verdeeldheid proberen we aan de kant te duwen of in te passen in een meer kloppend verhaal.


Allen voor één

Zo lijkt het erop, dat sommige mensen rust vinden door zich helemaal te vereenzelvigen met een ideaal, een club, een land. Als je helemaal ondergaat in een oranje massa, is het leven immers even heerlijk eenduidig. Maar ook geüniformeerd ten strijde trekken kan de kracht geven om zelfs de grootste tweedeling – die tussen leven en dood – onverdeeld aan te kunnen. De verschrikkingen en de verscheurdheid van lijden en dood staan immers in dienst van een hogere eenheid, waardoor alles bij elkaar gehouden wordt en zin krijgt. Pas na afloop van de strijd, als de werkelijkheid zich weer aandient, blijkt het doel van het geweld helemaal niet zo nobel te zijn geweest, openbaren zich de trauma’s, en zijn we weer plots gewone mensen vol tegenstellingen.


Vluchtwegen

Ook in het christendom is de neiging volop aanwezig om angst, onrust en innerlijke verdeeldheid op te lossen door middel van theorieën en idealen die eenheid scheppen. Door een ‘eigenlijke werkelijkheid’ te denken boven of achter de wereld die we dagelijks ervaren. Door deze wereld alleen te zien als een voorportaal en niet écht serieus te nemen, of door ‘eeuwig leven’ juist zo in te vullen, dat we nu al volledige rust, vrede, gezondheid en harmonie kunnen ‘claimen’. Zo proberen we als christen de weg dwars door de tegenstellingen heen te omzeilen en de confrontatie met de verwarrende werkelijkheid te ontlopen.

Dwars erdoor

Volgens mij staat dat haaks op wat Christus ons leert. Hij laat zien dat vertrouwen op de Ene juist een weg opent, die het leven in deze verscheurde werkelijkheid, in mij en om mij, mogelijk maakt.

Ik kan mijn heen en weer geslingerd denken, de hoogten en diepten van mijn gevoel onmogelijk zelf tot rust te brengen. Ik zou niet anders kunnen dan verdringen, verabsoluteren, mezelf eindeloos kwellen of roekeloos heilig verklaren. Het onder ogen zien, aanvaarden en liefhebben van die tot op het diepst van alles en iedereen verdeelde werkelijkheid lukt mij maar op één manier: door mijn eigen overlevingspogingen te staken en alles in vertrouwen uit handen te geven. Aan de Ene, ja, van wie ik geloof -vraag me niet het logisch uit te leggen- dat Hij in een Mens aan een kruis alle tegenstellingen een plek geeft. Alle lengte en breedte, alle hoogten en diepten, alle links en rechts, alle vreugde en verdriet komen samen in een liefdevol hart op dat snijpunt. Dat klinkt allemaal heel vroom en lyrisch, maar het gaat over alledaags bestaan. Over durven leven, durven liefhebben. Over van de plaats komen waar ik keer op keer lamgeslagen dreig stil te vallen.

Toen ik op mijn achttiende gedoopt werd (in die kerk, ja), kreeg ik een bijbeltekst mee uit Jesaja: ‘Met uw eigen oren zult u een woord van achter u horen: dit is de weg, bewandel die. Dit voor het geval u naar rechts of naar links zou gaan.’ Dus probeer ik maar te wandelen door deze prachtige, absurde wereld. Elke dag een stukje, het ene been voor het andere, het andere voor het één.

Geert Jan Blanken

Read Full Post »